Alle artikelen op deze pagina zijn door de verschillende amateurarcheologen onder eigen naam gepubliceerd.

  In de zoekbalk hieronder kunt u eenvoudig een categorie kiezen.

De Venus van Maastricht.

 

Door: Jan Willem van der Drift.

 

 

In een akker in Maastricht vond Sjesco Olischläger in 2016 een steen die ons meteen aan de figuurtjes uit de Gravettien cultuur (±29.000-21.000 BP) liet denken.

 

 

 

 

Die Gravettien figuurtjes worden Venussen genoemd. De bekendste is de Venus van Dolní Věstonice; een vrouw met duidelijk een zwangere buik en volle borsten (foto’s van exacte kopie). Etnologisch onderzoek in Siberië maakt aannemelijk dat die figuurtjes geen sex-symbolen waren maar beschermgeesten of totem-moeders, die door vrouwen bij rituelen en bezweringen werden gebruikt of als amulet gedragen. Dat gebeurde in elke familie. In het Gravettien had vast en zeker ook elke familie zijn eigen bescherm figuurtjes, want anders hadden die beeldjes zich niet door heel Europa verspreid. Toch zijn de prehistorische Venussen nu zeldzaam. Dat komt allicht doordat de meeste net als de etnologische amuletten van hout of bont waren gemaakt, en die zijn na 25.000 jaar vergaan. Er zijn ook figuurtjes van mammoetbot gevonden en de vorm van de Venus van Dolní Věstonice is volgens Klaas Geertsma op de botten van prooidieren gebaseerd, zie APAN/Extern 5 p.68-79. Slechts een klein aantal figuurtjes van gebakken löss of van ivoor of van steen bleef bestaan.

 

 

 

 

 

 

Bij veel Venus-amuletten ontbreken de armen en benen, een hoofd is al evenmin verplicht. Daarom neem ik de vrijheid om de steen die Sjesco vond ook een Venus te noemen, ondanks dat die alléén volle borsten laat zien. Je kan er eventueel ook billen in zien, doordat de steen naar boven versmalt is de vorm ook bij die interpretatie vrouwelijk. De top van de steen is afgebroken op de plek van een doorboring, deze Venus-amulet werd dus als hanger gedragen.

 

 

 

 

Foto: In discussie over de Venus van Maastricht met professor Jirí Svoboda (links).

 

Maar wanneer werd deze hanger gedragen en door wie? Werd deze vondst echt in het Jong-Paleolithicum gemaakt of misschien wel in de 19e of 20e eeuw? Dat zijn terechte vragen. Daarom hebben we de vondst aan deskundigen voorgelegd. Dat deden we binnen de APAN (Pieter Dijkstra en Govert van Noort) maar ook op de universiteit van Luik (Marcel Otte en Veerle Rots) en in het CENIEH (Burgos Spanje: Joseba Rios) en uiteraard in Tsjechië (Petr Neruda van het Anthropos instituut en Jirí Svoboda van het instituut in Dolní Věstonice). Bij mijn presentatie van de onderzoeksresultaten op de Steentijddag in Leiden heeft Wil Roebroeks de vondst vanzelfsprekend ook bekeken. Het verslag van de microscopische onderzoeken en de overige resultaten lees je in APAN/Extern 19 p.68-79 (je vindt de APAN/Extern 5 en 9 via de menubalk). Doordat de Venus van Maastricht een losse vondst zonder stratigrafische context is, kunnen we helaas niet met zekerheid vaststellen of hij uit het Aurignacien stamt (zoals de Venus uit de eveneens langs de Maas gelegen Trou Magrite) of uit het Gravettien dat we ook volop in België zien (o.a. Maisières-Canal bij Mons, le Goyet bij Namen, en Fonds-de-Foret bij Luik). Maar de onderzoeken hebben mij wel overtuigd dat de vondst uit het Jong-Paleolithicum stamt.

 

 

Zie ook Venusmaastricht Steentijddag.pdf