Alle artikelen op deze pagina zijn door de verschillende amateurarcheologen onder eigen naam gepubliceerd.

  In de zoekbalk hieronder kunt u eenvoudig een categorie kiezen.

Mijn mooiste steentijdvondst is een bewerkte rolkei.

 

 

 

Vaak gaan we op zondag zoeken, mijn vriend Henk Geertsma en ik. Hij is een geweldig bedreven en zeer gedreven stenenzoeker. Alles wat ik weet van prehistorische stenen werktuigen zoeken en beoordelen heb ik van hem geleerd. En in zijn spoor heb ik in de loop der jaren ook steeds vaker vondsten gedaan. Vandaar dat ik hem als eerste noem in dit stuk over de meest bijzondere vondst die ik in Drenthe heb gedaan.

 

Ik zal het nooit vergeten. Het was eind oktober 2019. Henk en ik besloten eens te kijken op een plek die we aanvankelijk uit de weg gingen. Dat was omdat het niet ver is van de locatie waar de as van Tjerk Vermaning is uitgestrooid. Hoogersmilde dus, een kanaaldorp met aan weerskanten achter de boerderijen allemaal akkers. Een dorp dat van verre is te vinden door te koersen op de hoge televisietoren die in de winter als een gigantische verlichte kerstboom tegen de horizon afsteekt. Op een van die akkers ligt het Neanderthaler kampement waar tientallen vuistbijlen en andere vuurstenen artefacten zijn opgegraven door professor Tjalling Waterbolk en consorten in de jaren zestig. Hetzelfde clubje professionele archeologen dat enkele jaren later begon de steentijdarcheologie in Nederland naar de verdoemenis te helpen met haar niet aflatende beschuldigingen over de vervalsingen van Tjerk Vermaning, beschuldigingen die overigens maar niet stand willen houden.

 

Sorry, maar dat moest er eerst ook even uit. Het is daarom namelijk dat ik nooit heb overwogen om mijn bijzondere vondst breder onder de aandacht te brengen. Wat kan mij het oordeel van een professionele Nederlandse steentijdwegwerper schelen. Maar Henk en ik sprongen een gat in de lucht toen we de steen heen en weer in onze handen lieten gaan. En hij zette mij op de foto met op de achtergrond de bomen en het boerenpad naar de akker waar we daarna nog wat mooie vuurstenen werktuigen vonden, Henk dan vooral. En die mocht ik van hem hebben om mijn collectie wat completer te maken. Een mooi mesje, een paar schrabbers en wat puntige artefacten, acht in totaal na nog een paar keer zoeken.

 

Op dat boerenpad was het. Henk pakte het rechterspoor, ik het linker. Van meters afstand viel mijn oog op een steen met een merkwaardig oppervlak, alsof er wat stukjes af waren gespat. Geen vuursteen, maar een rolkei waarvan er miljoenen langs de Kanaalkust in België en Frankrijk liggen, niet een steen die je Drenthe veel tegenkomt. Dichterbij gekomen zie ik dat er aan één kant inderdaad stukken afgeslagen lijken. Ik begin aan die kant te peuteren met mijn vingers. De steen is keurig in het verharde pad getikt. En die steen ligt vast. Ik wil opgeven, maar spreek mezelf toe dat het te gek zou zijn om er bij weg te lopen ook al heb ik geen klauw of ander gereedschap bij me. Ik krijg een nagel onder het deel dat eraf geslagen lijkt. En dan ineens wip ik zo de hele steen los.

 

Ik neem de steen in mijn hand, draai hem om en zie dan de afslagen pas goed. Van de ene kant bekeken drie heel duidelijke grote afslagen en wat kleinere die je retouche kunt noemen. En omgedraaid ook wat afslagen aan de kant die boven lag in het pad. Er zit niet eens veel modder aan. Wel een paar klompjes vette ijzeroer die ik zonder nadenken met mijn hand wegwrijf. En ik loop naar Henk die al bijna op de akker is. Ik weet het eigenlijk wel deze keer. Dit is een echte! En dat het een bijzondere is laat Henk me direct weten. Hij doet denken aan een Afrikaanse Oldowan-steen en die zijn anderhalf miljoen jaar of meer oud. Maar zo oud, zou ‘t? Het zal wel gewoon een midden-paleolitische chopping tool zijn, wie het weet mag het zeggen.

 

En nu ligt hij alweer jaren in mijn vitrine. Zou ik hem ooit nog officieel melden? Nee, ze komen maar bij mij, de koffie staat klaar. Vandaar dat ik dit stuk schrijf en hier op deze site plaats. Hopelijk is het een stimulans voor andere leden van APAN en ook voor niet-leden om vondsten waar je trots op bent met een kortere of langere verklaring aan deze site toe te voegen. Ik las een paar jaar geleden het verhaal van een man in Drenthe die zomaar een mooie vuistbijl vond, dat meldde, er een krantenartikel bij kreeg geritseld, maar wat er verder mee gebeurt is een raadsel. Laten we de steentijd over aan archeologen die hun leven wijden aan zoektochten in het verre buitenland en binnenslands met de neus in de lucht alleen hun eigen vondsten voor echt verklaren, of gaan we voor ons eigen plekkie op het wereldwijde web? De steentijd is van ons allemaal.

 

Hielke Meijer

(Assen, 3 juli 2025)